antiquariaat Fokas Holthuis

sinds 1994

Nieuwsbrief 717: De oorlog

Originele brieven en briefkaarten uit de Tweede Wereldoorlog openen deze nieuwsbrief. A. Roland Holst schrijft aan zijn schoonzus last van bijgeloof te hebben. Gabriël Smit krijgt ’s nachts herhaaldelijk de politie aan de deur. Ben van Eysselsteijn en Henk Scheepmaker zijn – ondanks alles – hoopvol gestemd over de spoedige afloop van de oorlog. Bertus Aafjes, ondergedoken in Friesland, is allesbehalve gelukkig met een illegale uitgave. En het nieuws van de moord op Jan Campert en H.N. Werkman verspreidt zich.

Na de oorlogsbrieven volgt een lijstje met illegale uitgaven, zonder toestemming van de bezetter gedrukt. Het gaat hier om luxe-exemplaren: op beter papier gedrukt, genummerd, gesigneerd en/of in perkament gebonden.


1. AAFJES, Bertus Negen handgeschreven brieven, zes handgeschreven briefkaarten en dertien bladen handgeschreven poëzie aan Kees Lekkerkerker. Diverse formaten. Vijftien bladen. Recto en deels verso. Alle gesigneerd ‘Bertus’. Gedateerd ‘Terband 18 Mei 44’, ‘Terband 22 Juli ’44’, ’26.VII 1944′ (datum poststempel), ’28.VII 1944′ (datum poststempel), ‘Terband, Zaterdag [30 juli 1944]’, ‘3.VIII 1944’ (datum poststempel), ‘3.VIII 1944’ (datum poststempel), ‘Terband 9 Aug ’44’, ‘Terband 18 Aug 44’, ‘Terband 28 Aug. 1944’, ‘Terband, 29. Aug. 1944’, ‘Terband 20 Nov ’44’, ‘Terband 1 Jan ’45’, ’25.V 1945′ en ‘5.II 1946’.
verkocht
* Inhoudsrijke brieven uit de onderduik: in de jaren 1943-1945 hield Aafjes zich schuil bij de familie Bakker in Terband, een dorpje bij Heerenveen. Aan zijn redacteur bij uitgeverij Contact, waar in 1943 De Tooverfluit was verschenen, schrijft hij over het werk dat hij onder handen heeft en vraagt hem om praktische adviezen.
De eerste brieven onthullen de gang van zaken rond de totstandkoming van de illegale uitgave Omne Animal (1944). Aafjes is verrast door de hoge vraagprijs van 50 gulden per stuk, terwijl hij zelf maar 200 gulden honorarium heeft ontvangen. ‘Je begrijpt dus wel dat ik me met dat hele zaakje niet occupeer. Bovendien hebben zij mij helemaal niet gekend bij de drukproeven […] Het erge is al weer dat Jan en alleman nu mij weer als een soort zwarte-handelaar in de litteratuur beschouwt’.
Voorts meldt hij dat er nieuwe clandestiene uitgaven op stapel staan: ‘een kinderboekje op rijm’, ‘een boekje over Italië’, ‘de “Kleine Katechismus der Poëzie”‘ en ‘een dozijn sonnetten op Friesland’. Deze sonnetten, in handschrift, voegt de dichter bij zijn brieven: ‘wil je dan af en toe mijn copie eens doornemen. Ik ben n.l. een ware brekebeen in Holland’s taal’. Lekkerkerker zou voortaan Aafjes’ teksten op spelling en interpunctie nakijken.
Aan de brief van 27 juli 1944 voegt Aafjes acht handgeschreven sonnetten toe, en aan de brief van 9 augustus het lange vers ‘Friese draverij’. Of Lekkerkerker de teksten beoordelen, corrigeren, overtypen en vervolgens zenden wil aan Jan Vermeulen, die voor zijn Molenpers twee uitgaven van Aafjes voorbereidt.
Bedroevend zijn Aafjes’ brieven uit de hongerwinter. ‘De mannelijk bevolking wordt uit Friesland weggevoerd’, deelt hij Lekkerkerker op 20 november 1944 mee. Door oogproblemen kan de dichter nauwelijks werken (twee brieven zijn geschreven namens Aafjes door zijn vrouw). Op de eerste dag van het ‘rampjaar’ 1945 gloort er toch iets: ‘Ik werk tegenwoordig hard […] Aan een lang vers van 4000 regels. 2500 heb ik ervan af. De stof is mijn pelgrimage te voet naar Rome. Het put uit, zoiets langs, maar telkens word ik weer opgezweept bij de gedachte aan de ellende die er in de grote steden geleden wordt’.
De briefkaart van 25 mei 1945 is een eerste ‘teken van leven’ uit Friesland: ‘Wij zijn behouden en wel’. Aafjes kreeg slecht nieuws: ‘Werkman uit Groningen (de drukker van de blauwe schuit en schilder) is enkele dagen voor onze bevrijding door de S.D. vermoord. Later in een massagraf gevonden. De Sadisten hebben zich hier ploertig gedragen op het allerlaatst’.

2. (CAMPERT, Jan). KRIMPEN, Huib van Getypte brief aan ‘Mijnheer [= A.C. van Noppen Jr]’. 18,7 x 10,3 cm. Op briefpapier van ‘A.A.M. Stols, uitgever/ Nobelstraat 27a/ ‘s-Gravenhage’. Eén blad. Alleen recto. Gesigneerd ‘Hvankrimpen’ en gedateerd ’30 Juni 1943′. 7 regels tekst. Perforatiegaatjes.
verkocht
* Stols-medewerker Van Krimpen laat weten dat Van Noppens brief aan ‘Mr M. Nijhoff naar ZEd is doorgezonden’. De tweede alinea is navrant: ‘Met den brief aan den heer Jan Campert kon dat niet gebeuren, daar deze enkele maanden geleden in een concentratiekamp nabij Hamburg door een onbekende oorzaak is overleden’.
Campert was in januari 1943 in Neuengamme omgekomen. Ad van Noppen zou, nadat hij in 1942 zijn MULO-diploma had gehaald, een groot aantal literaire correspondenties beginnen. Ook was hij betrokken bij het illegale tijdschrift Parade der Profeten.

3. DENDERMONDE, Max Handgeschreven briefkaart aan ‘Beste Max [Schuchart]’. 15,1 x 10,4 cm. Alleen recto. Gesigneerd ‘Max’ en gedateerd ‘A’dam 9/3/43’. 8 regels tekst. Perforatiegaatjes.
€ 25
* Over een vers van Dendermonde, dat is aangenomen: ‘Je zult het gedicht voorlopig wel niet kunnen bundelen, want het mag waarschijnlijk pas weer gepubliceerd worden een jaar na verschijning van de kalender’. Hiermee wordt misschien gedoeld op de kalender die De Bezige Bij in 1943 voor het jaar 1944 uit zou geven. Dendermonde woonde overigens op Van Miereveltstraat 3, in wat later tot de behuizing van De Bezige Bij zou horen. Koos Schuur zat er in de oorlog op kamers.
Voorts over ‘De Wringer’, met wie Schuchart zal gaan corresponderen.

4. EYSSELSTEIJN, Ben van Handgeschreven brief aan ‘Beste Joop [Lücker]’. 25,6 x 20,9 cm. Eén blad. Recto en verso. Gesigneerd ‘BenvanEysselsteijn’ en gedateerd ‘Rijswijk, 10 December 1943’. 23 regels tekst.
€ 50
* Uitgebreide brief aan de journalist van De Telegraaf met persoonlijke wederwaardigheden. ‘Wat duurt de oorlog vervloekt lang, hè? De geallieerden hebben geen haast, ik geloof dat die in een voor hen veilig (en wat menschenlevens betreft: het minst kostbaar) tempo dezen strijd aan het winnen zijn. Vermoedelijk zal het voorjaar 1944 de groote verrassing brengen’. Van Eysselsteijn schrijft door aan zijn oeuvre: zeeverhalen, een griezelnovelle, Verweerde Steenen. Van Dorre Grond en Tussen Zuiderkruis en Poolster verschijnen binnenkort nieuwe drukken. Achterop de brief schrijft de auteur ‘een herinnering aan 11 Nov., St Maarten-avond in Groningen, als de kinderen met lampions erop uittrekken’: een mooi vers van 35 regels.

5. GROOT, Jan H. de Handgeschreven brief aan ‘Zeer geachte heer [Max] Schuchart’. 20,8 x 13,4 cm. Eén blad. Alleen recto. Gesigneerd ‘JanHdeGroot’ en gedateerd ‘A’dam 19 Juni 1945’. 19 regels tekst. Perforatiegaatjes.
€ 25
* De Groot schrijft over de Engelse verzenbundel die Schuchart hem zond. Hij las de bundel met ‘groeiende waardeering’, ‘al gevoelt de lezer nog wel onderscheid tussen Engelse poëzie en poëzie van een Hollander die engels schrijft’. Tevens over een sonnet ‘Holland’, dat wellicht op de redactie van Vrij Nederland is zoekgeraakt: ‘Ook dat wereldje heeft geleden onder de erupties van oorlog en vrede’.

6. NORD, Max Handgeschreven briefkaart aan ‘Beste Max [Schuchart]’. 15,1 x 10,4 cm. Alleen recto. Gesigneerd ‘Max’ en gedateerd ’16-3-’44’. 10 regels tekst. Perforatiegaatjes.
€ 20
* Over de onbereikbaarheid van Schuchart, die Nord meermalen vergeefs heeft opgebeld. En: ‘Wil je mij dan even berichten hoe of wat. Van Sp[ierdijk?] hoorde ik nog steeds niets….’

7. ROLAND HOLST, A. ‘Voor West-Europa’. Origineel handschrift. 20,5 x 25,1 cm. Drie bladen. Alleen recto. Niet gesigneerd. Gedateerd op het derde blad ‘April 1939’. Met een enkele doorhaling. Twee vouwen.
€ 275
* Het gedicht ‘Voor West-Europa’ verscheen in 1943 anoniem en in een kleine oplage bij Van Dishoeck (De Jong 898). Na de oorlog werd Voor West-Europa herdrukt (exemplaar bijgevoegd) en in 1947 nam Roland Holst het op in Tegen de wereld. In druk is het gedicht gedateerd ‘Bergen-Ascona/ Maart-April, 1939’.
Deze versie van het verzetsvers verschilt, afgezien van afwijkingen op het gebied van hoofdletters en interpunctie, op twee plaatsen sterk van de gepubliceerde.
Een contemporain handschrift van wat misschien wel Roland Holsts bekendste gedicht is.

8. ROLAND HOLST, A. Zes handgeschreven brieven aan ‘Lieve Annie [Roland Holst-de Meester]’ en een handgeschreven gelegenheidsgedicht. 1. 27,8 x 21,3 cm. Twee bladen. Recto (tweemaal) en verso (tweemaal). Gesigneerd ‘Jany’ en gedateerd ‘Positano./ Jan. 21. ’38’. 111 regels tekst. 2. 28,6 x 22,4 cm. Twee bladen. Recto (tweemaal) en verso. Gesigneerd ‘Jany’ en gedateerd ‘Positano./ Febr. 26. ’38’. 73 regels tekst. 3. 28,6 x 22,4 cm. Eén blad. Recto en verso. Gesigneerd ‘Jany’ en gedateerd ‘Ascona./ Apr. 16. ’38’. 41 regels tekst. 4. 18,0 x 14,1 cm. Eén vouwblad. Recto en verso. Gesigneerd ‘Jany’ en gedateerd ‘Ascona./ 27.4. ’38’. 20 regels tekst. 5. 10,5 x 15,0 cm. Eén blad. Alleen recto. Niet gesigneerd. Niet gedateerd [april 1938]. 8 regels tekst. 6. 20,5 x 13,5 cm. Twee bladen. Recto (tweemaal) en verso (tweemaal). Gesigneerd ‘Jany’ en gedateerd ‘28.1. ’43’. 77 regels tekst. 7. 17,5 x 13,5 cm. Eén blad. Recto en verso. Gesigneerd ‘Jany’ en gedateerd ‘Bergen N.-H./ 22-xi-’61’. 32 regels tekst.
€ 450
* Poëtische en persoonlijke collectie brieven aan zijn schoonzuster, de kunstenares Annie Roland Holst-de Meester. In de eerste brief staat Roland Holst aan het eind van een persoonlijke crisis en het begin van een avontuur: om zijn sombere stemming te doorbreken was hij op 30 december 1937 aan reis door Italië begonnen.
Hij schrijft vanuit een Italiaanse kustplaats dat de hem toegestuurde ‘teekening van de hartenbrengende en gulgebibste engeltjes’ zijn gemoed deed smelten, ‘als alle wolken zooveel op bibsen leken als de jouwe, wat zou de beschouwing des heuvels dan een onrust in het bloed van den stilsten heilige teweeg brengen!’ Serieus: ‘Ik doof uit als het heimwee mij verlaat – tenminste, het heimwee, dat niet bepaald wordt door wat ook binnen den tijd. Dát was juist de reden van mijn vlucht – ik voelde, dat ik werd uitgehold en verschrompeld’. En: ‘Gedurende die eerste twee weken van mijn onderweg zijn, liet eigenlijk alles wat ik deed of zag of ondervond mij leeg en onverschillig’.
‘Mocht je weer eens iets van jezelf naar dit nu zoo bar omstormde oord voelen uitgaan, scheep ’t dan in op de inkt, tenzij je persé geen brief van mij meer wil krijgen, want die haal je er onvermijdelijk mee op je hals’.
Over heimwee staat in de tweede brief meer: ‘het heimwee (daar schreef je toen over) is nu eenmaal de alcohol in mijn levensdrank’. Vervolgens over de inrichting van zijn huisje (Roland Holst vond eindelijk een spiritusstel waarmee hij ‘thee en scheerwater’ kan verwarmen) en over het samenstellen van Uit zelfbehoud (1938) voor Stols (‘wat nog een heel wikken en wegen eischte’). De dichter verheugt zich op de komst van een dichter-vriend: ‘Over een week zoowat verwacht ik Marsman, die dan een dag of vijf bij mij wil blijven, waarna wij samen naar Sicilië hopen te gaan. Het zal mij vreemd zijn, eindelijk weer eens mijn eigen taal te spreken’. ‘Ik voel nu ook heel sterk, dat dit zoo heeft moeten zijn – vandaar misschien, dat ik weg kon gaan, hoewel het letterlijk een losscheuren was’.
In de derde brief complimenteert Roland Holst zijn schoonzus met haar nieuwe werk, waarvan hij enkele foto’s heeft ontvangen: ‘ik ben er verrukt van – het is verwonderlijk, dat je op een nog zoo nieuw gebied al dadelijk zooveel talent met een zoo intieme gevoeligheid kan doen samengaan!’ Het gaat de dichter niet voor de wind: ‘en langzamerhand ontwikkel je ’n soort koppigheid van “we zullen zien, wie ’t langer uithoudt – de pech of ik”‘.
De vierde brief begeleidt een handgeschreven, ongepubliceerd gelegenheidsgedicht over ‘Marjolijntje’, een jonggestorven meisje. Roland Holst schreef het bij zijn ontbijt en is er blij mee: ‘het lijkt mij ook uit katholiek standpunt heel aanvaardbaar – tot zelfs het woord “vroolijkheid”, waar een protestant misschien tegen protesteeren zou’.
In de laatste brieven geeft de dichter zich bloot. In de oorlogsbrief laat hij Annie weten dat hij het van haar moeder bijzonder lief vindt dat hem de wandelstok van haar vader wordt gegund, maar dit plaatst hem voor een dilemma: ‘bijgeloof is nu eenmaal (en vooral in dézen tijd) erg dwingend in mij, al speelt mijn intelligentie er ironisch mee tegenover anderen, en ik durf geen oplossing aan, die niet door dat bijgeloof erkend wordt. Dat komt ervan als je innerlijke balans, na alle schommelingen, toch steeds weer doorslaat naar de kant van den primitieven mensch met al zijn conventies’. Hij accepteert de stok graag, zal hem trouw bewaren, maar kan en wil hem nooit gebruiken.
In 1961 herinnert hij zich zijn moeder, die ‘een heel beperkte natuur’ had, maar onder gelukkiger voorwaarden toch ‘tot een eigen bloei had kunnen komen’. Deze wat droevige brief eindigt met een ‘zoen vol liefs’.

9. SCHARTEN, Carel Drie handgeschreven briefkaarten en een handgeschreven brief aan familie De Josselin de Jong. Diverse formaten. Recto en verso. Gesigneerd ‘Carel’ en gedateerd ‘[poststempel:] 10 X 1933’, ‘[poststempel:] 13 XII 1939’, ‘Florence. 6 Febr. 1942’ en ‘[poststempel:] 25 5 42’. 33 resp. 45, 72 en 24 regels tekst.
€ 65
* Zeer uitvoerige berichten van het schrijversduo Carel Scharten en Margot Scharten-Antink, dat sinds 1924 in Italië de ene na de andere bestseller schreef en ondertussen flink flirtte met het Italiaanse fascisme. In de eerste briefkaart dankt Scharten voor het aangename verblijf in ‘Huize Beukenstein’: ‘omdat ik steeds sterker het gevoel krijg van een echte en hechte vriendschap; een gevoel, zeer zeldzaam op lateren leeftijd, en daardoor des te heuglijker’.
De tweede kaart, geschreven aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, handelt over artikelen van Dolf de Josseling de Jong, twee nieuwe boeken, en hun verblijf in Italië: ‘wij leven hier rustig aan den lijve, maar vol onrust in onzen geest. Het lot van Holland, en van onze arme schepen, met al den nasleep van dien, houden ons dagelijks in spanning. Het ergste schijnt afgewend’.
In de lange brief laat Scharten zijn gedachten gaan over de situatie in Europa en Indië: ‘Zoo weet een mensch, en berust erin, dat hij eenmaal het liefste dat hij heeft zal moeten verliezen. Maar als het eenmaal zoover is, dan blijkt theoretisch weten een wereld weg van de werkelijkheid’. Tevens over ongeluk in de familie: ‘Het zijn moeilijke tijden, en voor Marjo, bijna op nu, wat àl te moeilijk’.

10. SCHEEPMAKER, H.J. Handgeschreven brief aan ‘Beste Max [Schuchart]’. 27,4 x 20,0 cm. Eén blad. Recto en verso. Gesigneerd ‘Henk’ en gedateerd ‘Woensdagmiddag’ (bovenaan) en ’21-iii-45/ Amsterdam’ (onderaan brief). 32 regels tekst.
€ 25
* Scheepmaker kan zijn vriend helaas niet aan een Bargoensch woordenboek of andere ‘criminologische werken’ helpen en is ‘niet zeer op de hoogte van misdadigers en hun doen en laten; afgezien van het soort, dat in het groen gekleed gaat’. Claartje E.[ggink?] heeft wel een Slangwoordenboek: Scheepmaker zal ‘mevrouw Boex’ vragen dat uit haar ex-huis weg te kapen.
Over de oorlog (profetisch): ‘ook ik kan mij niet voorstellen, hoe ik op den vrede zal reageeren – het woord “vrede” alleen al zegt mij langzamerhand niets meer. Maar we zullen de moed er nog maar even inhouden – zoo heel lang kan het niet meer duren’.

11. SMIT, Gabriël Drie handgeschreven brieven aan ‘Zeer geachte heer [Hans] Roest’. Diverse formaten. Recto en verso. Gesigneerd en gedateerd ”s Graveland, 5 Maart 1944′, ”s Graveland, 8 Maart 1944′, ”s Graveland, 14 Maart 1944′. 43 resp. 29 en 14 regels tekst.
verkocht
* Oorlogsbrieven, ondermeer over de risico’s van het geven van een avondlezing in Dordrecht: ‘Sinds eenige weken heeft mijn rustige dorpje een zeer ijverige en lastige politiemacht extra gekregen […] Het gevolg is herhaaldelijke nachtelijke visites, ook (helaas) aan mijn huis […] ik blijf voorloopig liever niet ’s nachts van huis weg’. En: ‘Ik lees omdat ik het pleizierig vind, of liever: omdat ik – als ik die groote woorden mag gebruiken – het beschouw als een noodzakelijk aanvullend onderdeel van mijn taak, mijn roeping als dichter’. Tevens over een ontmoeting bij boekhandelaar Koos Versteeg (‘heeft (alleszins verklaarbaar!) een hardnekkige neiging tot zelf-isolement, die zooveel mogelijk ongedaan dient te worden gemaakt)’ en de geboorte van Kitty, een dochter van Hans Roest.
Bijgevoegd: Originele zwart-witfoto van Gabriël Smit [door Hans Roest]. Jaren ’50.

12. SUCHTELEN, Nico van Handgeschreven brief aan ‘Zeer geachte Heer van der Haagen’. 14,0 x 21,8 cm. Op voorgedrukt briefpapier van ‘Jhr. Dr. Nico van Suchtelen’. Eén blad. Alleen recto. Gesigneerd ‘N van Suchtelen’ en gedateerd ’12 Maart 1943′. 7 regels tekst.
verkocht
* ‘Ik verneem dat er een nieuwe lyst wordt samengesteld van Joden die in Barneveld of elders geinterneerd kunnen worden. Indien dit juist is mag ik u dan nog even herinneren aan uw toezegging van onlangs om te willen medewerken dat de heer S. Goudsmit en zyn vrouw op die lyst geplaatst worden? Men zeide my dat die nieuwe lyst uitgaat van het Dep.v.Binnelandsche Zaken (Mr. Kloosterman), maar voor letterkundigen zal men toch wel het advies van uw departement vragen’.
Het echtpaar Goudsmit zou de oorlog doorkomen. Op de Lijst van intekenaren van het boek Het werk en de mens. Nico van Suchtelen (1948) prijkt ook de naam van Sam. Goudsmit.

13. TERGAST, Nes Handgeschreven briefkaart aan ‘Beste Jan [= Gerard den Brabander]’. 8,9 x 13,2 cm. Recto en verso. Gesigneerd ‘Nes’ en gedateerd ”s Gravenhage, 4.VII ’40’. 14 regels tekst.
€ 15
* Felicitatiekaart: ‘Ik meen te weten, dat je heden jarig bent […] Wegens geldgebrek kan ik tegenwoordig maar uiterst sporadisch naar A’dam komen. Een heel klein festijntje zal er dus bij in schieten’. N.B. Den Brabander werd 40 op 3 juli 1940, een dag eerder dus.

14. WOUDE, Johan van der Handgeschreven brief aan ‘Beste Max [Schuchart]’. 20,7 x 14,2 cm. Op eigen briefpapier. Eén blad. Alleen recto. Gesigneerd ‘JohanvanderWoude’ en gedateerd ’26/I ’42’. 8 regels tekst. Perforatiegaatjes.
€ 20
* Over een interview dat Schuchart Van der Woude heeft afgenomen: ‘m.i. heb je ook goed weergegeven wat ik heb gezegd’. En over een gedicht van Schuchart: ‘nog niet bijzonder sterk, maar er staan enkele zeker niet onverdienstelijke regels in’.


15. BLIJSTRA, R., als: R. van HARLINGEN Bij nadere kennismaking. Novelle. [Amsterdam], De Bezige Bij, (1944). 24 x 16,5 cm. Verguld heelperkament. Kop verguld. Voorzijde omslag en rug meegebonden. 56 p. Gedrukt in rood en zwart op Simili Japon in 525 genummerde exemplaren. 1e druk.
verkocht
* Illegale, anti-Duitse publicatie. Ofschoon het een ‘gewoon’ genummerd exemplaar is (494) is dit boek voorzien van een heelperkamenten uitgeversband met het vignet van De Bezige Bij voorop (intrigerend is dat de rugtitel van boven naar beneden loopt, bij de gewone editie is dat andersom). Spannend verhaal over belevenissen tijdens de Nazi-bezetting. Quousque Tandem 6. De Jong 357.

16. BLIJSTRA, R., als: R. van HARLINGEN Haaien voor Nabatoe. Novelle. [Amsterdam], De Bezige Bij, (1944). 25,5 x 16,5 cm. Halfperkament met het door J. van Krimpen ontworpen monogram van de verzamelaar W. van Spaendonck. 48 p. Gedrukt op geschept velijn. Een van 525 exemplaren.
verkocht
* H.C.-exemplaar op afwijkend papier en in luxe band. In het ondergrondse gedrukt tijdens de Nazi-bezetting. De Jong 358.

17. DUINKERKEN, Anton van Waaiend pluis. (Met een houtsnede en sluitvignet van R. de Paauw). [Den Haag], Mansarde Pers, [1944]. Ingenaaid. (16) p. Gezet uit de Libra en gedrukt op Ossekop-papier in een oplage van 700 exemplaren. 1e druk. Scheurtjes in rug.
€ 25
* Eén van de 100 genummerde en door de dichter gesigneerde exemplaren van deze clandestien uitgegeven dichtbundel. De Jong 220.

18. (GEUZENLIEDBOEK) Een Nieu Geusen Lieden Boecxken. Waerinne begrepen is den gantschen Handel der Nederlantscher gheschiedenissen, dees voorleden Jaeren tot noch toe ghedragen, eensdeels onderwylen in Druck wtghegaen, eensdeels nu nieu by-ghevoecht. Nu nieulick vermeerdert ende verbetert. [Amsterdam, De Spieghel, 1944]. Verguld halfperkament. 200 p. Niet afgesneden. Gedrukt in een oplage van 1000 genummerde exemplaren. 1e (her)druk. Ex libris Jan Schouw.
verkocht
* Eén van de 100 luxe-exemplaren, gedrukt op geschept papier en gebonden in een perkamenten rug met platten van blauw linnen. Herdruk van het liedboek uit 1581 met de titelpagina in facsimile. De Jong 596.

19. GIDE, André Over Duitschland. (Vertaald en ingeleid door P. [= Max Nord]). [Utrecht], De Bezige Bij, 1945. Halfperkament. Kop verguld. 32 p. Gedrukt in een oplage van 275 genummerde exemplaren. 1e druk.
verkocht
* Eén van de 275 ‘gewone’ exemplaren, in een luxe uitgeversband uit de tijd: rug van perkament met titel en auteur in goud en het vergulde vignet van De Bezige Bij op het voorplat. De Jong 314.

20. HERAKLEITOS Fragmenten [vertaald door Everhard Hoek]. [Amsterdam, Balkema], 1944. Perkament. Kop verguld. Onafgesneden. (48 p.) Oplage 100 exemplaren. Typografische verzorging J. van Krimpen.
verkocht
* Contemporain gebonden in een luxe band van heelperkament met rugtitel in goud. Tweetalige editie. De Jong 378.

21. MOK, Maurits, als: Hector MANTINGA De vader spreekt. Gedicht met houtgravures van Freek Meering. [Utrecht], De Bezige Bij, [1944]. Halfperkament. (4), 14 p. Gedrukt op Simili Japonpapier in 525 genummerde exemplaren. 1e druk.
€ 75
* Eén van de 500 ‘gewone’ exemplaren, in een luxe uitgeversband uit de tijd: rug van perkament met titel en auteur in goud en het vergulde vignet van De Bezige Bij op het voorplat. Clandestiene oorlogsuitgave. Quousque Tandem 3. De Jong 533.

22. SCHEEPMAKER, H.J. Aan het raam. Een kleine reeks sonnetten. Amsterdam, Balkema, [1945]. Oblong. Ingenaaid. (16) p. Gedrukt in een oplage 125 exemplaren. 1e druk.
€ 30
* Eén van de 25 onder het colofon door de auteur gesigneerde exemplaren. Bovendien heeft dit exemplaar met handgeschreven, gesigneerde opdracht aan de actrice Charlotte Köhler: ‘Aan/ Mevrouw Charlotte Köhler/ in eerbiedige bewondering/ van/ HJ Scheepmaker./ Mei 1945/ Amsterdam’. De Jong 738.

23. SCHENDEL, Arthur van Sparsa. [Utrecht], De Bezige Bij, [1944]. Verguld perkament (voorzijde omslag meegebonden). Kopsnede verguld. (8), 52, (2) p. Gedrukt in rood en zwart op Oud-Hollandsch papier in een oplage van 525 genummerde exemplaren. 1e druk.
verkocht
* Clandestiene uitgave onder de Duitse bezetting. Ofschoon dit een ‘gewoon’ genummerd exemplaar (367) betreft, is dit boek voorzien van een heelperkamenten uitgeversband met het vignet van De Bezige Bij op het voorplat. Quousque Tandem 7. Van Dijk 650. De Jong 741.

24. VERHOEVEN, Bernard Pax hominibus. Gedichten. [Utrecht], De Bezige Bij, [1944]. Verguld perkament (voorzijde omslag meegebonden). Kop verguld. 40 p. Gezet uit de Garamont en gedrukt in een oplage van 525 genummerde exemplaren. 1e druk.
verkocht
* Eén van de 500 ‘gewone’ exemplaren, in een ongewone en zeer luxe band uit de tijd: volperkament met het vignet van De Bezige Bij in goud op het voorplat. Clandestiene oorlogsuitgave. Quousque Tandem 9. De Jong 846.

25. (WERKMAN, H.N.). [SCHUUR, Koos] De 7 vloeken. Poëtisch pamflet. [Groningen], In agris occupatis, 1944. 25,0 x 16,3 cm. Ingenaaid (naaigaren ontbreekt). (12) p. + omslag. Gedrukt door H.N. Werkman in een oplage van 110 genummerde exemplaren. Met een druksel in drie kleuren op het omslag. 1e druk. Omslag deels zeer licht verkleurd, enkele vlekjes op voorzijde omslag.
verkocht
* Eén van de 15 Romeins genummerde luxe-exemplaren (dit is nummer XV), gedrukt op Dührer-text en gesigneerd door de dichter (met het kenmerkende bloemetje). Volière-reeks 4. De Jong 976. Dekkers G-248. Hot printing 44-g11. Simoni S 15.

26. (WIJNBERG, Nicolaas). PELT, A. van Nymphale. Santpoort, d’Uilenspieghel-pers (Aldert Witte), 1940 [= 1943]. Geïllustreerd karton. 24 p. Tekeningen en vignetten van Nico[laas] Wijnberg. Gedrukt in een oplage van 100 exemplaren. 1e druk.
verkocht
* Clandestiene uitgave onder de Duitse bezetting. Eén van de 12 Romeins genummerde en gesigneerde exemplaren. De Jong 651.

Informatie

Dit bericht is geplaatst op 4 mei 2017 door in NIEUWSBRIEF.

Contact

antiquariaat Fokas Holthuis
Daal en Bergselaan 78
2565 AG Den Haag
+31 70 346 6020
fokas@fokas.nl

English

Statistieken

  • 642.050 bezoeken

Copyright © 2007-2018 antiquariaat Fokas Holthuis

%d bloggers liken dit: